Zomer
Eigenlijk heb ik geen tijd heb om te werken, zo kan ik in beslag genomen worden door het mysterie achter de zogenaamde alledaagsheid. Het liefst was ik gadeslager geworden, waarnemer van wat er allemaal om ons heen gebeurt. En ook van wat er in onszelf plaatvindt, want laten we vooral niet vergeten hoe opwindend dát is. Verwondering blijkt een dagtaak. Zojuist zag ik een plant, zo’n ‘lelijke’ die we voor het gemak onkruid zijn gaan noemen. Deze struik had zich dwars door een distelige braambos naar boven geworsteld zodat hij zich door de zon kon laten kussen. Als je goed oplet kom je erachter dat werkelijk alles wat leeft reikhalst naar het licht. Elk wezen, hooggeacht of veronachtzaamd went z’n kopje richting zon. Wonderlijk hoezeer we op elkaar lijken in ons verlangen om in het licht gezet te worden. Mazzel dat het zomer wordt en de grote vakantie in aantocht is. Dan wordt opnieuw duidelijk dat verwondering niet alleen m’n werk is maar ook m’n enige hobby. Een hele goedkope en duurzame liefhebberij, want je hoeft te vliegen noch te dokken. Misschien ook iets voor jou; verwonderingetje spelen, hier en daar met open mond stilstaan bij het wonder van het leven. En laten we elkaar onderweg groeten en eren als medepelgrim op weg naar het licht. Zoals de dichteres Judith Herzberg zo mooi verwoordt:
Er is nog zomer en genoeg
wat zou het loodzwaar
tillen zijn wat een gezwoeg
als iedereen niet iedereen terwille
was als iedereen niet iedereen
op handen droeg.
Tot zwaais onderweg!