Wortelen
Er wordt beweerd dat de wortels van een boom dezelfde omvang hebben als zijn takken. Tijdens de zomerstorm zagen we dat dit niet altijd het geval is. Denk maar aan de beroemd geworden foto van die straat in Haarlem waar alle stammen zijn omgewaaid: de bomen leken zeer bescheiden geworteld, hoewel vol van gebladerte. In zo’n geval wint de wind. Ook menig mens is topzwaar. Als onze aandacht voornamelijk naar het hoofd stijgt, is elk buitenbriesje in staat de hele bedoening te doen kapseizen. Niet zelden hangen onze takken ver over de schutting van andermans zaken, wachtend op toestemming of afkeuring van de buren en de rest van de buitenwereld. Hulpeloze prooien voor de storm zijn we. Dat is trouwens geen karakterzwakte; onze overneigende takken zijn juist het gevolg van sociaal talent als inlevingsvermogen en mededogen. Maar zou het af en toe een tandje minder mogen? Wat is het smartelijk als een stevige stam met een indrukwekkend aantal jaarringen voortijdig ter aarde zijgt. Stuur de sapstromen dus maar eens een poosje richting de wortels. Misschien voelt dit eerst wat onwennig, maar al gauw zal het onze meest opwindende liefhebberij worden. Eindelijk wortelend in het wezen zoals het bedoeld is, zullen we ervaren hoe ook onze stam en kruin groeien in zelfvertrouwen. Eenmaal diep verankerd, waaien we speels met alle winden mee. Dit heet zachtmoedige onverstoorbaarheid.