Werktuigen
Door een column in de Boekenweek kwam er een wonderlijke herinnering boven. Het was een stukje waarin vol weerzin werd gerefereerd aan bizar vrouwonvriendelijke passages in de boeken van ooit beroemde schrijvers. Onontkoombare schoolkost voor velen. Ik zal de expliciete voorbeelden hier achterwege laten. Mij waren ze totaal onbekend. Weliswaar zat ik op een gereformeerde school, maar ook bij ons waren deze boeken verplicht voor je lijst. Toch heb ik ze niet gelezen. Wij hadden een leraar Nederlands die mij bij sommige voor te lezen passages de klas uit stuurde. Niet uit straf maar uit mededogen. Ineens herinner ik me het weer. Deze man zag mij eerder dan dat ik mezelf door had. Wel had ik toen een vermoeden dat we zelf verantwoordelijk zijn voor het al dan niet vervuilen van onze geest. Het was maar een flard van intuïtie. Vandaag zit ik tegenover een Verwonderingsgast die als cultuurfilosoof een verbazingwekkend positieve energie afgeeft. Waar hij die geestkracht vandaan haalt? ‘Door het disciplineren van de zintuigen’, zegt hij. Dat betekent dat je je menselijke werktuigen goed gebruikt. ‘Je kunt iemand kapotmaken met je tong, maar ook iemand verheffen.’ Hongeren je zoekende ogen voortdurend naar verderf, angst en haat of voeden ze je met schoonheid en wijsheid? Het zijn jouw instrumenten. Tussen mijn leraar Nederlands en mijn gast zit meer dan veertig jaar. Ze bedoelen hetzelfde.