Wekker
Dit kan me alleen maar bij hem overkomen. Normaal probeer ik me in te houden, een eigenschap die ik meer en meer begin te betreuren. Maar nu ben ik zo verheugd over zijn komst, dat ik me uitleef op ons lunchgerecht. Terwijl ik proef of het gelukt is, schuif ik mijn eigen portie per ongeluk in één beweging enthousiast naar binnen. Als hij door de openstaande voordeur de keuken binnenkomt, ziet hij nog net het laatste restje verdwijnen. ‘Ik ben inderdaad twee minuten te laat’, is zijn begroeting, terwijl we elkaar lachend in de armen vallen. Sneeuwklokjes brengt hij mee. Als jonge honden ontmoetten we elkaar decennia geleden bij de omroep. Hoewel we toen te timide waren richting onze vaak bizar slechte bazen, heb ik nooit meer zo gelachen als met hem. Uiteindelijk had hij het lef de omroep te verlaten en werd hij zelf de baas. Laatst vertelde hij me hoe streng hij zijn sollicitanten bevroeg. Mijn schrik daarover was voor hem een van de redenen om zijn ontslag te nemen. Nu doet hij iets waar zijn hart ligt. Kennelijk zijn wij elkaars wekker. Heerlijk om deze klok nu weer te zien. Onze luim en lol hebben we beiden gemist. Gelukkig wordt het weer lente. Wakker en ernstig en zorgeloos en diepzinnig en dansend en lachend. Dit voorjaar zoek ik naar sneeuwklokken zoals hij.