Uit je bol
In de winkel hadden ze gezegd dat je de bol van de amaryllis gewoon in de vensterbank kon leggen. Zonder pot, aarde of water. De bol zou zichzelf bedruipen. Een mooi en intrigerend vooruitzicht, maar niets bleek minder waar. Na maanden was er nog geen enkel teken van leven te bespeuren. Sterker nog, het groene randje dat uit de bol piepte was bruin geworden. Even overwoog ik de bol weg te gooien, maar kon dat niet over m’n hart verkrijgen. Toen heb ik hem toch maar eigenwijs in een mooie pot met aarde gezet. Met onmiddellijk verbluffend resultaat. De amaryllis barst naar buiten. Ik hoor de bloem bijna juichen. Daar moet de uitdrukking ‘uit je bol gaan’ vandaan komen. Het stralende bewijs dat liefdevolle aandacht leven geeft. Alles wat aandacht krijgt, groeit. Dat geldt voor je frustraties, maar ook voor de glimlach van je buurjongetje. En voor je bloembol. De amaryllis inspireert me ineens om vanaf Aswoensdag te gaan vasten. Veertig dagen die zaken achterwege laten die ons brein min of meer verdoven: koffie, wijn, suiker, vlees, zinloze gesprekken, noem maar op. Wat zal er dan een hoop ruimte vrij komen. Doet u met me mee? Laten we vakantie nemen van onszelf, ons hoofdkantoor verlaten en met de lift afzakken naar ons hart. Daar waar liefde woont. Wat zal die aandacht aanrichten in ons hart?