Stilte
Mijn moeder is jarig. Hoewel we geen feestneusfamilie zijn, vieren wij wel onze vierdagen. Naar een wijs advies van het Bijbelboek Nahum. Een paar kleinkinderen doen mijn moeder een bezoekje aan een schoonheidssalon cadeau. Ze is er blij mee. Uit zichzelf zou ze niet zo gauw gaan. Ik ook niet. Ik kijk wel link uit. De laatste keer dat er een schoonheidsspecialiste aan m’n gezicht zat is zeker tien jaar geleden. De jonge specialiste kakelde de hele behandeling aan één stuk door. Volkomen gestrest en tientallen euro’s lichter stond ik een uur later op straat.
Op de kapper ben ik ook al niet zo dol. Vragen als ‘wat doe je?’ en ‘waar ga je deze zomer naar toe?’ zijn bijna onverdraaglijk. Wat mankeert mij toch?
Mijn moeder wijst op haar achterkleindochter. Net drie geworden. Een meisje dat graag op haar kamertje zit, en laatst gedecideerd de deur achter zich dichttrok met de woorden: ’Moet nadenken.’ Dan tovert mijn moeder een foto van mij tevoorschijn toen ik zelf drie was. Midden in een groot gezelschap verschuil ik me achter m’n popje.
De stilte willen beschermen. Is het een familiekwaal? Of verlangen we er allemaal naar?
Zal ik een voetwas-salon beginnen? Dan zal ik zwijgend uw trouwe onderdanen eren en verwennen. Wat zullen we allebei opknappen. Want dan hebben we het sacrament van de stille nabijheid ingesteld.