Staart

Voor de opnames van de Verwondering gaat m’n haar in een staart. Door corona heb ik te lang geen kapper bezocht. Ik kijk in de spiegel en zie mijn moeder. Ik zeg dat hardop en m’n jongere collega’s reageren verschrikt. Brr, op je moeder lijken. Een collega die ongeveer mijn leeftijd heeft reageert blij. Ze kent mijn moeder. Onlangs las ik dat ouders hun kinderen meer als nabij ervaren naarmate die ouder worden. Ik begrijp dat. Bovendien zie nu ik hoe ik op mijn overleden broer ga lijken. Toen hij nog leefde natuurlijk. Onze ouders bevestigden dat onlangs. Ons leven is een wonderlijke reis. Als het goed is, verlaten we ons kinderlijk geweten. Dat is de staat waarin we druk in de weer zijn met angst voor straf en verlangen naar beloning. Vaak blijven we daarin hangen. Soms klimmen we op naar een sociaal geweten. Dan willen we de ander geen pijn doen. Als we echt volwassen worden, verlaten we het huis van de ouders en gaan we wonen in het huis van het zijn. Dan kan het gebeuren dat we anderen verdriet doen, omdat we gehoor moeten geven aan de roep van onze ziel. Dat heb ik ook gedaan. Maar nu ik in de spiegel kijk, zie ik hoezeer ik verbonden ben met mijn voorgeslacht. Mijn staartje zwaait dankbaar en jolig naar mijn voorgangers.

 
   « Artikelen overzicht