Schriftelijk
De strandtent is dicht, maar ik kan wel koffie krijgen. Ik vraag aan de eigenaar of hij zich zorgen maakt. Nee hoor. Het is toch een goede terraszomer geweest. Wat hij voor de kerst wenst? Zijn stem daalt, alsof hij een al te intieme mededeling gaat doen: ‘Dat we niet open hoeven. Al die rompslomp voor die paar dagen. Daarna moet ik de boel toch weer afbreken voor de gebruikelijke winterstop.’ Ik denk aan m’n ouders. Zij verheugen zich erop dit jaar de kerst schriftelijk te vieren. Dat is bij ons iedere kerst het geval, maar dat even terzijde. Terwijl ik van m’n koffie geniet, spreekt een man me aan. Hij is voorganger in een protestantse kerk. Ook hij blijkt van ons geheime strandgenootschap en ziet uit naar een rustige kerst zonder grootse vieringen. Kerst wordt het toch wel. En licht wordt het ook, of we ons er nou tegenaan bemoeien of niet. Tijd voor een adventsmijmering. Jozef en Maria waren allang blij dat die lawaaierige herberg overvol was. Ze gunden hun kindje een vredige start, want ze zagen de levenslange bui al hangen voor deze mensenzoon. Jammer dat een paar exotische heren en dat clubje opgeschoten herders hun afgelegen stal toch wisten te vinden. ‘Voortaan vieren we z’n verjaardag schriftelijk.’ Aldus geschiedde. In maar liefst vier evangeliën is het altijd feest. De voorganger schatert.