Prachtbillen
Op de markt zie ik een jongetje van een jaar of vijf. Omdat hij zo tevreden de wereld inkijkt houd ik even mijn pas in om van hem te genieten. Zijn moeder denkt dat ik er niet langs kan en zegt tegen haar zoontje: ‘Ga eens aan de kant met je dikke billen.’ Het kind begint te huilen. Omdat deze gebeurtenis me verontrust ga ik na mijn marktrondje het jongetje zoeken. Hij lijkt inmiddels wanhopig en stampt driftig op de grond. Een alledaags drama met misschien grote gevolgen. Afwijzing is wellicht net zo funest als honger of oorlog. Zou ‘onhandelbaar gedrag’ een schreeuw om liefde zijn? Zou afwijzing er de oorzaak van zijn dat we ons hele leven blijven zoeken naar erkenning, maar ook dat we de neiging hebben om de ander te onderschatten? Profeten worden zelden in eigen land geëerd en grote geesten worden vaak pas na hun dood gezien. Misschien heeft het een met het ander te maken; gewend aan afwijzing in onze eerste jaren ontwikkelen we een laag zelfbeeld en zijn we daarom blind voor de pijn van onze naaste. Ik durfde niet tegen het jongetje te zeggen dat hij prachtbillen had maar ik hoop dat hij dat zelf ooit gaat inzien. Als hij zijn pijn weet om te zetten in tederheid voor zichzelf zal hij zijn zoon diens aangeboren tevredenheid gunnen.