Post?
Alweer geen post. Niet zo gek. De meeste boodschappen zijn tegenwoordig digitaal. Zo hield ik me twee weken voor. Tot het moment dat collega’s bleven beweren dat ze me boeken hadden opgestuurd. Ook had de door mij aangevraagde museumkaart mij nooit bereikt. Bovendien miste ik de wekelijkse tijdschriften. Informeren bij de buren had geen zin, want ook zij zijn meer gericht op digitale brieven dan op de ouderwetse inwerpopening. Hoewel de buurman inderdaad nog steeds dat ene pakje niet ontvangen had.
Toch maar aan de bel getrokken. En wat bleek: onze postbode had zijn te bezorgen post wekenlang in z’n schuur opgestapeld. Bij navraag bleek de man geen ziekte te hebben, maar last van verregaande onverschilligheid. En naïviteit natuurlijk, maar don’t kill the messenger.
Plots bleek de hele straat te zijn getroffen door onze lakse postiljon. Na wat speurwerk kregen we al onze verlate stukken thuis, met excuses van de zaak. Hoewel de beloofde boeken over kunst en religie mij toch nooit bereikt hebben. Hopelijk knapt de ontspoorde postboy er van op.
Toen we de late post in ontvangst namen, vertelde een van de buren dat hij als jongeling ook postbezorger is geweest. En in zijn zeer korte carrière is het twee keer voorgekomen dat zijn hele postlading door natuurgeweld ten onder is gegaan. De eerste keer gleed zijn loodzwaar bepakte fiets onder de reling van een beijzelde brug het water in. En de tweede keer heeft de wind zijn hele vracht meegenomen richting verre weilanden. In beide gevallen besloot de jonge bode het daarbij te laten zitten. Denkt u zich eens even in: twee postladingen in een jaar. Hoe vaak is dit in het pre-digitale tijdperk voorgekomen? Hoeveel postbodes hebben uw brieven onverhoopt verloren, hebberig achterovergedrukt of onachtzaam weggegooid? Bedenk hoeveel misverstanden tussen romantische liefdes en familieleden ineens te verklaren zijn.
Mijn vader citeert graag 1 Korinthiërs 4: ‘Wat hebt gij wat gij niet ontvangen hebt?’
Dat stemt tot deemoed. Maar nu dringt de vraag zich op: ‘Wat hebt gij niet ontvangen?’ Dat maakt pas echt nederig. Want we zullen het niet, nooit weten.