Palmpasen

Alles is onuitsprekelijk vermoeiend, zegt het bijbelboek Prediker meteen al in z’n eerste hoofdstuk. Deze eerste verzen van Prediker vormen de dierbare tekst van mijn gast op Palmpaasmorgen. Alles is onuitsprekelijk vermoeiend. Gek genoeg knap ik een beetje op van die zin. Sterker nog, mijn fantasie slaat op hol. Ik zie Jezus op die ezel zitten als hij vlak voor zijn gruwelijke dood juichend wordt binnengehaald in Jeruzalem. Misschien vond Jezus die hysterische heldenintocht ook onuitsprekelijk vermoeiend. Want je kon ’t zien aankomen: vandaag ‘Hosanna!’ en morgen ‘Kruisigt Hem!’ Zo gedragen we ons ook op Twitter en Facebook. Je hoort Jezus bij wijze van spreken zuchten. Niets nieuws onder de zon.

Zelf had mijn gast die link tussen Prediker en Palmpasen nog niet gelegd, maar hij moet er meteen om lachen. En dat is wederzijds. Sterker nog: zelden heb ik zoveel licht en lucht gevoeld bij een mens met zo’n hevige geschiedenis.

Tegenover mij zit Gerbert van Loenen. Hij is journalist. Hij vertelt over zijn vriend en partner Niek die vanwege een hersentumor geopereerd werd en daarbij ernstig hersenletsel opliep. Toen Niek bijkwam op de Intensive Care zag Gerbert onmiddellijk dat het ernstig mis was met zijn vriend. Niek bleek halfzijdig verlamd te zijn, volkomen in de war, snel geagiteerd, hij kon niet meer tegen prikkels en kreeg epileptische aanvallen. Hij kon wel spreken, maar zijn intellectuele vermogens waren enorm aangetast. Gerbert heeft jarenlang voor Niek gezorgd. Dat was geen opgave voor hem. Integendeel zelfs. Hij straalt als hij het vertelt: ‘Eindelijk was ik echt nodig! Ik verzorgde hem en hij steunde mij.’

In deze lijdenstijd bezingt Gerbert van Loenen de lof van de onvolmaaktheid. ‘We streven met z’n allen naar perfectie. Maar Niek werd een hulpbehoevend klein broertje. En toch was het geen zwarte tijd. De tien jaren dat hij nog leefde en ook z’n sterfbed waren mooie tijden. Ik had het niet willen missen. Op z’n sterfbed keken we elkaar voortdurend aan en was er echte nabijheid.’ Gevoelig is Van Loenen geworden voor goedbedoelde opmerkingen als ‘hij had beter dood kunnen zijn.’ Voor God is ieder mens belangrijk.

Volgens Gerbert is geluk geen doel maar een bijproduct. ‘Op Schiphol staan mensen heel boos in de rij omdat ze naar Laos moeten om daar eindelijk te gaan genieten. Maar geluk kun je niet forceren. Het lijkt volkomen zinloos om aan het bed van iemand te zitten die nog vier maanden moet wegkwijnen. Terwijl we een beetje aan het voortmodderen waren werd het echte geluk ons daar in de schoot geworpen.’

Als het aan Van Loenen ligt, stellen we de Week van het Voortmodderen in. ‘We hoeven niets in eigen hand te houden en te streven naar perfectie. Ook moeten we niet willen beschikken over ons eigen lot, ons eigen leven en onze dood. We mogen voort- en aanmodderen, genoegen nemen met het onvolmaakte en er ook ‘ns om lachen.’

Het bijbelboek Prediker troost omdat het je doet beseffen dat je niet de eerste en ook niet de laatste bent die tegenslag te verwerken krijgt. Raar dat we dat erfgoed de aflopen veertig jaar in zo’n korte tijd bij het grof vuil hebben gezet, vindt Gerbert.

‘In ons leven zoeken we zo naar beheersing, maar het meeste geluk vinden we daar waar we het het minst kunnen sturen. Kwetsbaarheid hoort bij ons, daar mogen we meer plaats voor maken.’

Gerbert van Loenen, een man naar mijn hart.

Hij laat zien dat als je je eigen verdriet respecteert en omarmt, je de ander de gelegenheid geeft om je troostend nabij te zijn. Ook op een dieper niveau zijn lijden, liefde en geluk onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zonder lijden geen liefde.

De boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh zegt:

‘Als je niet geleden hebt, als je niet het lijden van de mensen en van andere levende wezens ziet, zou je geen liefde in je hebben en evenmin begrijpen wat liefde is. Zonder lijden zouden mededogen, barmhartigheid, verdraagzaamheid en begrip niet in je opkomen. Wil je ergens leven waar geen lijden is? Als je op zo’n plek leeft, zal je evenmin liefde leren kennen. Liefde wordt uit lijden geboren. Omdat wij lijden weten we dat we elkaar liefde moeten bieden en dan wordt liefde een praktijk.’

‘Gelukkig de treurenden want zij zullen getroost worden’. Zo zegt leraar Jezus het in zijn revolutionaire Bergrede die urgenter is dan ooit. Door het lijden toe te laten worden we een liefdevoller mens en een bron van troost. De Verwonderingsgast op Palmpaasmorgen is daar een vleesgeworden voorbeeld van.

 
   « Artikelen overzicht