Nachtmerrie

Mijn ergste nachtmerrie is uitgekomen. Wolfje is voor mijn deur doodgereden. Deze zwarte kater werd als baby in Spanje vanwege zijn kleur uit een autoraam gekwakt. Wolf werd gered door een oplettende vrouw en kwam bij mij. Ruim zeven jaar zijn we zeer intensief met elkaar opgetrokken. Geen dag heb ik zijn gezelschap vanzelfsprekend of gewoon gevonden. En nu is hij verongelukt. Mijn knusse knuffelknul. Mijn levensbeschouwelijke rugzakje blijkt nu geen enkele wijsheid te bevatten waar ik iets aan heb. Schreef ik laatst nog over de kunst om niets persoonlijk op te vatten, nu voel ik me de Bijbelse Job die de private speelbal is van een wreed hemels spel. Mijn lol ligt er af. Daar was veel voor nodig, maar nu is het dan toch echt zover. Ik vraag raad aan een wijze vrouw. Ze zegt dat we net zo lang vreselijke pijn moeten accepteren en ons hart laten breken, tot we leeg zijn. Hoe meer je de pijn toelaat, hoe meer je ontspant. Zo worden we zachter, zegt ze. Ze vermoedt dat er daarna een ander soort vreugde ontstaat. ‘Ik heb er alleen glimpen van opgevangen, jij hoogst waarschijnlijk ook.’ Ik ben heel benieuwd. Wat ik wel ervaar is dat er door de rauwe rouw nu ook de liefde schemert die Wolf in me opriep. Oproept. Wat dat betreft is er niets veranderd.

 
   « Artikelen overzicht