Luiken
Laatst mocht ik in een kerk een lekenpreek houden. Toen ik de gemeente inkeek, raakte ik wat in de war. De banken waren niet alleen gevuld met vaste gelovigen, maar ook met aangewaaide buitenstaanders die op het nieuwtje waren afgekomen. Plots besefte ik dat ik voor die twee soorten toehoorders andere taal zou bezigen. Dus wat moest ik in deze situatie zeggen? Ik heb me door de situatie heen gestunteld, maar de kwestie houdt me nog steeds bezig. Kennelijk pas ik mijn woorden nogal automatisch aan. Wat betekent dat? Dat er niets wezenlijks is wat ik eigenlijk te zeggen heb? Ben ik een draaikont? Gelukkig wordt het weer Pinksteren, het feest van de Geest, waarover vermeld wordt dat men in tongen sprak. De leerlingen van Jezus hadden zich aanvankelijk verscholen, bang voor al het onwennige nieuwe. Maar als ze de Geest krijgen, gooien ze vol geestdrift hun luiken open om zoveel mogelijk mensen te infecteren met die grensoverschrijdende uitbarsting van inspiratie en liefde. Ons woord enthousiasme komt van het Griekse entheos; van God vervuld. Dat onze menselijke geest doordrongen is van het heilige. Het woord enthousiasme werd in de 18e eeuw uit de religieuze sfeer gehaald. Nu is de geestdrift voor iedereen. Dus gooi je luiken open, wees draaikont en gebruik al je talen en gebaren om de liefde die in je is te uiten.