Licht
Ook dit jaar voltrekt het wonder zich. Uit ogenschijnlijk dode takken komt groen tevoorschijn. Alles, werkelijk alles reikhalst naar het licht. Mensen, dieren, bomen, distels. Wat lijken we in onze hunkering toch ontroerend veel op elkaar. Er is niets tegen te doen, ook op deze eerste lentedag welt de oude Prediker bij me op: ‘Het licht is zoet en het is voor de ogen goed de zon te aanschouwen.’ Al eeuwen is dat zo. Er is niets nieuws onder de zon. Jammer dat Bach deze tekst niet van muziek heeft voorzien. Dat zou het snoeien van de hortensia nog feestelijker maken. Gelukkig nam Bach wel het Hooglied onder handen: ‘Ich geh und such mit Verlangen’, BWV 49. Zon en Bach, wat een genadige combinatie. Ik snoei er lustig op los. Onlangs vertelde een zangeres me dat tekst de basis is van goede muziekstukken. Interessante gedachte. Wat zou Bach gemaakt hebben van:
‘Bescheidenheid is de moed om te staan in je volle grootheid, omdat je weet dat er niks van jou bij is. Je bent een manifestatie van wat ons overstijgt. Wees dus niet vals bescheiden.’ Hemelse jubelklanken zou Johann Sebastian erbij hebben gecomponeerd. In onze volle grootheid gaan staan, nu de zon schijnt blijkt dat helemaal zo onmogelijk niet. We zijn een manifestatie van wat ons overstijgt. Overschijnt, lacht de zon. Het licht is zoet.