Gretig

Als jonkie kreeg ik op de media-academie les van een oude omroeprot. Hij had aan één vraag genoeg om te beoordelen of iemand geschikt was voor een uitzending: ’Kan ‘ie praten?’ Dat klonk me toen nogal cru in de jonge oren. Toch wist ik dat het er ooit bij mijn geliefde Franz Schubert ook zo aan toe was gegaan. Tijdens de beroemde muziekavonden, de Schubertiades bracht men regelmatig een nieuwkomer mee. De muziekvrienden fluisterden dan gretig achter de hand: ‘Kann er was?’ Al gauw verbasterd tot: kanevas. Kan hij strijken, zingen, is het een klavierleeuw misschien? Nu vraag ik me al jaren af waarom we nieuwkomers in dit land niet met dezelfde gulzige nieuwsgierigheid kunnen bekijken. Het is de frisse blik die in pioniersgebieden heel gewoon was. Maar, denkt u nu misschien, moet de mens slechts op zijn prestaties worden afgerekend? Waar blijft ons onbeholpen ik in dit verhaal? Onze geest is wel gewillig maar het vlees is zwak. Daar is een mooie mare over. Een moordenaar wilde graag leerling van de Boeddha worden. ‘Welkom!’ zei deze leraar. ‘Wat kun je goed?’ De man antwoordde bedroefd dat hij alleen het zwaard meesterlijk wist te hanteren. ‘Geweldig!’ zei de Boeddha. ‘Dat kunnen we net goed gebruiken! Voortaan doorklief je de illusoire concepten van de geest.’ De misdadiger werd de beste discipel. Puur door zijn gretige gastheer.

 
   « Artikelen overzicht