Geestdrift

‘Graag zou ik uw beroemde gemberkoek willen’, zeg ik tegen de vrouw van de ouderwetse bakkerij in ons oude dorp. ‘O, die vind ik zooo vies!’, reageert ze. Ze schrikt niet van haar spontaniteit maar gaat enthousiast verder. ‘Ik heb het maar één keer geprobeerd en wist niet hoe gauw ik van die hap af moest komen!’ Pff, wat een verrukkelijk authentiek wezen. Zij is mijn pinksterinspirator. Ons woord enthousiasme komt van het Griekse entheos; van God vervuld. Dat onze menselijke geest doordrongen is van het heilige. De geestdrift van Pinksteren vind ik hier in een piepklein winkeltje. Ja, dat de geest waait waarheen zij wil was me bekend. Maar dat het spontane afkraken van een eigen product me zo zou troosten verrast me. Deze vrouw heeft haar luiken opengegooid. Precies zoals de aanvankelijk bange leerlingen van Jezus met Pinksteren deden. Het woord enthousiasme werd in de 18e eeuw uit de religieuze sfeer gehaald. Nu is de geestdrift voor iedereen. Sinds 2007 kent Rotterdam bijvoorbeeld een enthousiasmeur: een sprankelend, daadkrachtig persoon met een aanstekelijke passie. Ik heb haar al gevonden. Aansteken doet ze me, deze vrouw achter de toonbank. Haar vurige virus doet mijn hart zingen. Ik neem maar meteen een gemberhap die brandt in m’n mond. Mmm! Ook ik zeg spontaan wat in me opkomt: ‘Nu voel ik de werking van de Heilige Geest.’

 
   « Artikelen overzicht