En ogen
In een Twents museum stop ik bij een donker schilderij, een verstild winters landschap. Naast me staat een grote man peinzend met me mee te kijken. Het ingekeerde tafereel lijkt op de adventsperiode en nodigt uit tot de luiken sluiten en huiswaarts te keren. In de natuur is die beweging heel logisch en gewoon. Maar voor ons mensenkinderen ligt dat vaak ingewikkeld. Volgens de Franse wis- en natuurkundige Blaise Pascal heeft ‘alle ellende van de mensen maar één oorzaak, namelijk dat ze niet in staat zijn rustig en alleen in een kamer te verblijven.’ Deze boude uitspraak deed Pascal al rond 1650. Dus dat we met onze ogen en oren voortdurend op de buitenwereld zijn gericht, komt kennelijk niet alleen door de digitale afleidingen van vandaag. Het is van alle tijden. Maar vorige week meldde ik al dat mij een licht is opgegaan. Door de Messiah van Händel ontdekte ik dat onze oren ook kanalen naar binnen zijn. Geestig hoe een nuchter feit ineens als een bijzonder inzicht tot je door kan dringen. Eindelijk ervaar ik hoe onze zintuigen niet alleen poorten naar de buitenwereld zijn, maar juist ook verbinding willen maken met onze binnenboel. En vandaag vertellen mijn ogen hetzelfde. Dit is thuiskomen bij jezelf. Klinkt dat vaag? Gelukkig zegt de man naast me het op z’n Twents: ‘Het grijpt me achter m’n vestje.’