De priester
Onlangs mocht ik Willemijn Dicke ontvangen in de boshut van de Verwondering.Willemijn schreef een boek overhaar spirituele zoektocht: De sjamaan en ik. Gaandeweg verandert ze van een atheïst die alles zeker weet in een verwonderd mens dat openstaat voor het Mysterie.Tijdens haar queeste komen veel goeroes voorbij: zenboeddhisten, sjamanen, handopleggers, swami’s en een Dominicaanse priester.Deze priester helpt haar de wondere wereld van de mystiek te kennen. Maar op een gegeven moment spreekt hij haar ook ernstig toe:
‘Nu ga ik iets zeggen wat jij niet zo leuk zult vinden, Willemijn. Om bij het water te geraken is het noodzakelijk dat je je toewijdt aan een van die putten. Je moet één zo’n put grondig verkennen – en het maakt niet zoveel uit welke put dat is. Wat jij de afgelopen tijd hebt gedaan is van de ene naar de andere put hoppen voordat je de onderaardse rivier hebt bereikt.’
Ik raak nieuwsgierig naar die priester. Wie is deze man? Het blijkt te gaan om Leo Raph. A. de Jong (1932). Onlangs schreef ik hier in de gids al over hem, in de hoop dat ook hij onze gast zou willen zijn:
‘Toen hij nog een jongeman was raakte hij in een ernstige crisis: al zijn zekerheden over dogma’s, geloof, kerk en priesterschap sneuvelden. Schoonheid, ontroering, barmhartigheid, liefde, vergeving, de leegte na iemands laatste levensadem, dit alles bleek te groot voor leerstellingen. Hij begreep dat we ervaringen waar geen woorden voor zijn enkel maar eenvoudig moeten liefhebben. Zo ontdekte hij God voorbij alle namen: ‘onnoembaar Gij.’
Wat een boeiende ontwikkeling kan een mens vanuit de leegte doormaken. Ik zie zo uit naar deze man. Tot mijn vreugde gaat priester Leo de Jong in op onze uitnodiging: op de zondag van Palmpasen zal hij mijn gast in de Verwondering zijn.
Zelf vindt hij dat ‘ie iets te streng geweest is voor zijn zoekende pupil Willemijn. Want het geloof van deze priester is allesbehalve vastgeroest en dichtgespijkerd. Sterker nog, Leo kwam er in de loop van zijn leven achter dat we bij het loslaten van zekerheden niet te pletter vallen maar juist leren vliegen.
Toen hij tijdens zijn geloofscrisis in de jaren zeventig zijn jeugdige overtuigingen moest loslaten was er nog heel weinig bekend van mystici als Johannes van het Kruis (16eeeuw) en Meister Eckhart (13eeeuw). Pas toen er van deze wijzen boeken verschenen kwam de priester erachter dat in de ‘crisis’, in het niet-weten juist barmhartigheid huist. God bleek veel groter en ruimer dan de meeste mensen ooit voor mogelijk houden.
Van Meister Eckhart leerde Leo ook vrijmoedigheid. Zo bedacht hij 'Mystiek op Straatniveau', want hij wil ook mensen buiten de officiële kerken bereiken die behoefte voelen om zich nader te bezinnen op de bronnen van elke godsdienst. Wat die mystiek nu precies is? Onlangs schreef priester de Jong een brief aan die eeuwenoude meester Eckhart waarin veel verduidelijkt wordt. Een fragment:
“Vaak werd en wordt de mystiek gekoppeld aan het ontvangen van grootse spirituele ervaringen. Niks mis mee, maar ik ben te rationeel geworden om nog gevoelig te zijn voor sterke Godservaringen. Tot mijn vreugde bemerkte ik die zelfde rationale inslag in uw werken. Zelfs vermoed ik, dat u nogal kritisch keek naar al die grandioze ervaringen, want in een preek zei u: ‘Pas op, dat je niet van God houdt, zoals je van een koe houdt. Want daar houd je van, omdat zij je melk en een huid geeft!’Zo wees u de weg naar: ‘Liefde zonder waarom’, dus naar de basis van ware liefde. En ik moest grinniken, toen ik uw milde en bevrijdende opmerking las: ‘Doe maar niet zo je best om God te beminnen, want dat blijft toch maar menselijk gepruts. Ga er liever bij zitten, maak je leeg en geef je over. Laat God jou maar beminnen, want dat kan Hij onvergetelijk veel beter dan jij dat kunt.’En u vond nog een boeiende naam voor deze grondhouding uit: u noemde het ‘de wegloze weg’. Mag ik zeggen, dat ik dit een geweldig bevrijdende opmerking vond?! En geinig bovendien.’
Wat een opluchting om deze mystieke priester Leo te horen en samen met hem die ‘wegloze weg’ te gaan. Hij kan zich volledig vinden in de beroemde dagsluiting van Gerard Reve:
Eigenlijk geloof ik niets,
en twijfel ik aan alles, zelfs aan U.
Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik, dat Gij liefde zijt, en eenzaam,
en dat, in dezelfde wanhoop, Gij mij zoekt
zoals ik U.