Belofte
Ze staart me aan. Ik kan niks voor haar doen. En zij niet voor mij. Toch ben ik heel blij dat ze er eindelijk is. Ze is afgebeeld op een LP. Een geschilderd portret van een meisje. Het is al dertig jaar geleden. Toen had ik een oude gele auto. Net niet gestolen. In de vroege ochtend trof ik de auto midden op een drukke weg aan. Een kennelijke dief had geprobeerd met de bekende draadjes contact te maken en weg te scheuren. Mislukt. Wel had hij de cassettebandjes die in het handschoenenvak lagen meegenomen. Ik wist meteen dat het een sof was. Vanwege de opname van een onvergetelijke zangeres die liederen van Tchaikovsky zong. Zal de dief ooit naar haar geluisterd hebben? Ik hoop het maar. Dertig jaar heb ik naar diezelfde opname gezocht. Nu is het me gelukt. In de vorm van een lagspeelplaat. Maar ik heb geen platenspeler. Ik staar naar het schilderij van de jonge vrouw op de hoes. Ze staart terug. Wat schonk ze me vreugde. Ik vermoed dat ooit iemand mij gaat helpen de LP weer te horen maar nu is het nog niet zover. Ik wacht op wat gaat komen. Een dierbare stem die verdween en misschien weer terug zal komen. Het voelt als rouw. En als een belofte. Verlies en nabijheid, het overkomt ons steeds en allemaal.