Akker
Op een bankje aan de bosrand kijk ik uit over een akker. Het landschap van deze streek. Ik woon hier zo graag. Frankrijk op loopafstand. Als muziekstudentje kwam ik hier al, wetend dat componisten als Mahler en Diepenbrock samen over deze paden wandelden. Waarover spraken zij? Een romantische jongedame maakt er al gauw een verheven voorstelling van. Dat doe ik niet meer. Wat weten we ervan? De lentezon zoent mijn gezicht. Het akkertje is blond. De tijd staat stil. Mijn hoofd ook. Ik heb een wonderlijk hoofdkantoor. Er is tot m’n eigen verbazing zelden iemand aanwezig. Misschien dat ik daarom niet zo’n kantoormens ben. De mooiste invallen vinden plaats in de natuur. Maar de stilte wordt nu woest aan flarden gescheurd door een luid pratende vrouw die kennelijk achter mij naderbij komt. Ze heeft haar telefoon op de speaker gezet. Haar gesprekspartner schalt door het bos: ‘Als hij hierachter komt is alles verloren!’ Binnen de kortste keren ben ik op de hoogte van het duistere mysterie van de vrouwen. Zo geestig. Een groot geheim op de speaker. De bellende dame kijkt woest richting m’n proest. Ik wuif geruststellend. Waarschijnlijk heeft ook Mahler hier op dit akkertje z’n wanhoop over zijn bewerkelijke Alma uitgeschreeuwd. Op mijn bankje begrijp ik ineens iedereen. De hele wereld komt hier binnen. De kantoortuin ligt voor me. Veel ruimer dan gedacht.